Visstandsbeheer, hoe, wat en waarom?


De laatste post op Facebook kwamen er weer de nodige vragen en dat is ook prima.
Vandaar dit artikel om wat meer duidelijkheid en begrip te krijgen en niet op iedere reactie apart te hoeven reageren.
De visstand wordt beïnvloed door vele factoren en dat kan ook nog eens per water verschillen.

1. Waterkwaliteit en helderheid.
Tegenwoordig zijn heel veel wateren een stuk helderder dan dat dit vroeger was, dat komt omdat er meer gelet wordt op lozingen om de waterkwaliteit te verbeteren. Hierdoor ontstaat er op veel wateren meer plantengroei omdat er meer licht in het water komt, vaak gaat dat dan weer gepaard met verstikking van de planten onderling waardoor er meer slib ontstaat wat dan de kans op plantengroei weer verminderd.

2. Kraakhelder water en weinig schuilmogelijkheden voor de vis door de afname van plantengroei heeft direct invloed op het gedrag van de vissen en de kansen voor aalscholvers om vis te vangen.
De vissen gaan hun activiteiten meer verleggen naar de schemer en het donker en houden zich overdag zo goed mogelijk schuil, waardoor de vangstkansen overdag een stuk minder worden.
Op veel wateren is de invloed van aalscholvervraat ook goed zichtbaar in de opbouw van de visstand, de vissen tussen de 12 en 25 cm (voornamelijk voorn en brasem) zijn zo goed als verdwenen.
Uitzetten van voorn en brasem heeft maar een korte tijd effect, binnen een maand of drie zijn die vissen gewoon weer weggevreten.
En de aanschaf van deze vissen is niet duurzaam, de meeste aangeboden pootvis is afkomstig van een beroepsvisser die ze onttrekt aan rivieren waar vaak een andere hengelsportvereniging het visrecht heeft.
Ook zijn deze vissen niet geschikt om uitgezet te worden op stilstaand water, ze hebben groffere kieuwbogen waardoor het uitzeven van voedsel bijna niet lukt en ze het dus niet volhouden op stilstaand water en uiteindelijk ook het loodje leggen.

3. Dit maakt de keuze van vissoorten om uit te zetten een stuk beperkter, karper is door zijn hoge bouw een stuk moeilijker om te slikken voor een aalscholver en worden volop gekweekt.
Zeelt is ook nog een optie, maar die vraagt om een biotoop met veel plantengroei, is een dure vis om aan te kopen en door zijn toch wel slankere bouw vrij makkelijk te slikken door een aalscholver.

4. Uitzetten van roofvis werd ook genoemd in de opmerkingen. Het roofvisbestand past zich aan aan de omstandigheden op een water, is er veel prooivis dan komt er meer roofvis is het minder dan vreten ze elkaar op. Dus als je roofvis uitzet is de kans heel groot dat ze vrijwel meteen worden opgevreten als ze in het territorium van een andere roofvis terechtkomen.

5. Vissterfte door riooloverstort.
Bij hevige regenval kan het voorkomen dat het riool dat water niet kan afvoeren en wordt er dan afgewaterd op vijvers en singels. Dit verontreinigde water zorgt ervoor dat er vrijwel direct een fikse afname in opgeloste zuurstof in het water ontstaat met de kans op directe vissterfte tot gevolg. Beluchten heeft dan ook geen zin omdat je daarmee de sliblaag ook nog verder in beweging brengt met nog minder zuurstof tot gevolg.
De hoeveelheid slib op vele stadswateren is groot en dat zal door baggeren moeten worden aangepakt, een kostbare maar noodzakelijke maatregel voor Gemeente en Waterschappen, maar dat gaat zeker gebeuren.

6. Waarom zoveel vis hier of zo weinig daar uitgezet?
Iedere visser kijkt naar een water vanuit zijn eigen visserij en dat brengt dus ook verschillende inzichten over wat nu de juiste richting voor een water zou zijn waar naar toe gewerkt zou moeten worden.
Als vereniging moet je proberen om voor alle leden wat te bieden en zullen er dus ook keuzes moeten worden gemaakt.
Die keuzes worden ook mede bepaalt door de specifieke mogelijkheden die wateren hebben, niet ieder water zal een 20+kg karper voort kunnen brengen, maar ook niet ieder lid vind dat belangrijk in zijn visserij.
De keuze om bijvoorbeeld 500 kleine karpers uit te zetten op het Sweelinckpark is gemaakt om toch te proberen om dit water voor de 55+ wedstrijdvissers te verbeteren nu is gebleken dat het uitzetten van voorn geen resultaat oplevert. Natuurlijk zullen die karpers nooit de maximale groei bereiken daar, maar dat is ook niet het doel van deze uitzetting.

Natuurlijk zijn er nog wel vragen die in dit artikeltje niet aan bod zijn gekomen, maar ik hoop dat dit toch wat opheldering biedt.

Fons Jonkers