Afbeelding
KEHV de Ruischvoorn

De vereniging

De vereniging

KEHV de Ruischvoorn is met circa 5000 leden een van de grootste hengelsportverenigingen in Midden Brabant. Het werkgebied van de vereniging omvat niet alleen de regio Midden-Brabant, maar ook Noord-West Brabant (Land van Heusden en Altena), een gedeelte van West-Brabant bij Oosterhout, Terheijden en Breda, alsmede een gedeelte van de Meierij (zuidelijk Brabant). Binnen het werkgebied heeft de vereniging in een zeer groot gedeelte van de wateren het visrecht in huur, op basis waarvan de leden in deze wateren de sportvisserij kunnen uitoefenen.

Afbeelding

Bestuur

Het dagelijks Bestuur bestaat uit:

  • Fons Jonkers Voorzitter
  • Hans Schoenmakers Penningmeester
  • Ben Stoopen Secretaris
  • Geert van Opheusden (bestuurslid)
  • Serge van den Brekel (bestuurslid)

Een stukje geschiedenis

De KEHV de Ruischvoorn is opgericht op 21 maart 1926 op initiatief van enkele medewerkers van de toenmalige Hoofdwerkplaats van de Nederlandse Spoorwegen in Tilburg. De naam van de vereniging was toen echter anders. Bij de oprichting werd als naam voor de vereniging gekozen: ‘de Tilburgsche Hengelaars Vereniging De Rietvoorn’. De reden voor oprichting van de vereniging kan bijzonder worden genoemd. In de oorspronkelijke notulen, welke gelukkig bewaard zijn gebleven, staat vermeld dat ‘de oprichting uitsluitend tot doel heeft de beoefening van de hengelsport met daarbij de wenschelijkheid om door samenwerking te voorkomen dat visch uit het Wilhelminakanaal stelselmatig wordt uitgeroeid door het leeg visschen met treknetten enz.’

Op de eerste vergadering zijn 12 leden toegetreden. Bij algemene stemmen werd het eerste voorlopig bestuur gevormd en bestond uit H.Rutten als voorzitter, C.van Gorp als penningmeester en J.A.Eikhout als secretaris. Daarnaast werd A.van Erven als commissaris aangesteld. De eerstvolgende vergadering werd vastgesteld op 25 april 1926, ‘na sluiting van de vischtijd in dit seizoen, opdat alle liefhebbers daaraan zouden kunnen deelnemen’. De voorzitter spoorde alle aanwezigen aan in eigen kring propaganda voor de nieuwe vereniging te maken.

Op de eerste officiële ledenvergadering traden 17 nieuwe leden toe en werden de Statuten en het Huishoudelijk Reglement vastgesteld. Daarnaast werd verslag gedaan van de gevoerde correspondentie met de toenmalige Algemene Hengelaars Bond (AHB) om te komen tot landelijke aansluiting. Hierbij deed zich al direkt het eerste probleem voor. De AHB was van oordeel dat aansluiting alleen mogelijk was indien de naam van de vereniging zou worden aangepast. De naam ‘Rietvoorn’ moest worden aangepast naar de ‘wettelijke benaming Ruischvoorn’. Aldus geschiedde en hieruit is de huidige naam van de vereniging voortgekomen.

Op de tweede ledenvergadering op 20 mei 1926 waren inmiddels 40 leden toegetreden, wat aangeeft dat de behoefte voor een nieuwe hengelsportvereniging in Tilburg destijds groot was. In de ledenvergadering van 29 augustus 1927 is het besluit genomen om, als gevolg van de aansluiting bij de Algemeenen Hengelaarsbond, de Koninklijke bewilliging (goedkeuring) aan te vragen. Kort daarna is in november 1927 de officiële Koninklijke goedkeuring verleend. Door de jaren heen is dit als zodanig gehandhaafd gebleven. Alleen de officiële verenigingsnaam is op enig moment aangepast naar de Koninklijk Erkende Hengelaars Vereniging de Ruischvoorn.

Veel verenigingen hadden in vroeger tijd een vaandel. Zo ook de Ruischvoorn. Het vaandel werd vroeger gebruikt bij officiële gebeurtenissen, zoals bijvoorbeeld bij de begrafenis van overleden leden. Het vaandel is er nog steeds en is enkele jaren geleden geheel gerestaureerd. Op het kantoor heeft het vaandel nu een speciale plaats gekregen.

In de beginjaren van de vereniging werd al gesproken over het ‘pachten van vischwater’. Het pachten van viswater was in die tijd echter niet eenvoudig. De beroepsmatige visserij was in die jaren van veel groter economisch belang dan nu. Logisch dat de meeste viswateren in handen waren van beroepsvissers. De sportvisserijmogelijkheden waren destijds dan ook in sterke mate afhankelijk van de medewerking van beroepsvissers. In 1928 slaagde de vereniging er evenwel in om het eerste visrecht officieel te pachten. Het ging hierbij om het Wilhelminakanaal en tot op heden heeft de Ruischvoorn dit visrecht nog steeds in huur. Gedurende de jaren zijn er geleidelijk steeds meer viswateren bijgekomen, het eerst in de direkte omgeving van Tilburg.